maandag 5 oktober 2015

Over vossen en hotels en andere ideeën #2

In mijn vorige post had ik het erover dat het speciale van Wes Andersons stijl misschien wel is dat hij de belevingswereld van een individu zichtbaar maakt, met alle vervormingen en idealiseringen van dien. Toen ik dit had bedacht, vroeg ik me af of dit misschien iets te maken heeft met het impressionisme. Ik ben niet heel goed thuis in kunststromingen, dus ik heb het internet erbij gepakt.

Volgens Wikipedia gaat het in het impressionisme over “de onmiddellijke beleving van het moment, vaak een willekeurig tafereel uit het dagelijks leven, zonder verdere boodschap of doel. Daarbij ging het in de weergave niet langer om een objectieve registratie van de werkelijkheid, maar vooral de subjectieve waarneming van de kunstenaar die leidend werd, met veel aandacht voor sfeer.”

En: “De kunstenaar was tevreden en 'klaar' zodra de impressie was vastgelegd, hetgeen de spontane en schetsmatige indruk van een kunstwerk vaak versterkte: alsof het in een paar minuten op doek was gezet, in een losse toets, nog niet geheel af.”

En nog specifiek over film: “In de filmkunst ontstond in de jaren twintig een impressionistische stroming die zich vooral onderscheidde door de representatie van een grote hoeveelheid afzonderlijke indrukken, vaak met onscherpe lens. Het moest vooral een bepaalde zielstoestand uitdrukken. De subjectieve ervaring bij de kijker stond centraal.”


Het klinkt dus alsof de films van Anderson qua uitgangspunt impressionistisch zijn, maar qua uitvoering niet. Het gaat er bij hem geloof ik inderdaad om om een subjectieve waarneming beeldend te maken, maar dat uit zich niet in de intuïtieve schetsmatigheid die typisch is voor het impressionisme. Sterker nog, Andersons decors lijken gemaakt door een complete control freak.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten